Voorbeelden van het gebruik van Niet geweest in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je was hier niet geweest als ik niet gebeld was door Dr. Aurelius Hogue.
Niet geweest dit jaar.
Wij zijn het niet geweest, dat weet je.
Dat kan jij niet geweest zijn, of wel?
Misschien niet geweest?
Ik was hier niet geweest zonder jou.
Ik was er anders niet geweest, zonder mijn vrouw Maureen.
Je bent er twee weken niet geweest.
Ik ben daar helemaal niet geweest.
Daar is ze niet geweest.
Ze is al drie maanden niet geweest.
Hij zou dan mijn ex niet geweest zijn. .
Misschien is één van ons dat niet geweest.
Wanneer ben ik dat dan niet geweest?
Hij is hier niet geweest.
Hij is hier niet geweest.
Kijk, hier zijn we nog niet geweest.
Het kan Sandra toch niet geweest zijn. .
Zonder hem was ik hier niet geweest.