Voorbeelden van het gebruik van Trof in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Achteraf trof ik George op het terras bij de keukentuin.
Er was eens een vreselijke ziekte die kinderen trof.
Die woede trof Hercules.
Ik ging naar de boerderij en trof Shelby alleen aan met haar brokjes.
Wat me trof; ik keek naar twee mannen.
De bal trof haar in het oog.
Hij trof er Eén Die elk Woord zou reflecteren.
Al-Hijr-73: Toen trof de donderslag hen bij zonsopgang.
Ik trof hem aan bij het hek.
Wat trof Jezus aan toen hij zijn inspectie begon?
Hij trof de eerstgeborenen in Egypte.
Maar iets trof mij en ik ging naar buiten achter een hangar.
Wat trof Jezus aan toen hij in 1914 zijn inspectie begon?
Hij trof de eerstgeborenen in Egypte.
Iets trof haar enkele ogenblikken geleden,
Voor Biko was dit opnieuw een bepalend moment dat een pijnlijke plek trof.
Toen ging Jozef zijn broeders achterna en hij trof hen aan te Dotan.
het licht trof hem.
Dit bijzondere schot trof zijn doel.
Direct voelde hij dat iets hem trof;