Voorbeelden van het gebruik van Ze werkt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze werkt op zondag.
Ze werkt toch, zei je?
Ze werkt voortaan voor ons.
De waarheid is… dat ik het niet prettig vind dat ze hier werkt.
Ja, ze werkt in Lexington. Ze komt zo vlug mogelijk.
Dana heeft geen tijd om te praten, ze werkt liever.
Ze werkt bij de Sunny Club,
Moira is daar, ze werkt.
Weet je met wie ze werkt?
Z'n vrouw is nu ziek, ze werkt er niet.
Z'n ex-vriendin. Leanne. Ze werkt daar.
Ik kon niet weten dat ze hier werkt.
Dus ze werkt niet alleen.
Ze werkt niet meer als journalist.
Ze werkt met één van jullie helers, een nieuwe.
Ze werkt in de thuiszorg met een nul uren contract.
En op je kantoor zeggen ze dat je niet meer voor ze werkt.
Ze werkt ook voor buitenlandse uitgeverijen.
Ze werkt hier of woont in de buurt.