Voorbeelden van het gebruik van Zweert in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil dat je tegen me zweert dat jij je aan je eed zal houden.
Iedereen zweert trouw aan de kroon.
Zweert niet om terug te komen.
En hij zweert, dat hij voortaan beter oppassen zal.
Je zweert dat het niet weer zal gebeuren.
Te juro que no volverá a ocurrir.Hamas zweert wraak op Israël.
Hamas juró venganza contra Israel.Iedereen die trouw zweert aan mij zal worden gespaard.
Iedere misdadiger die hier binnenkomt, zweert dat hij het niet gedaan heeft.
Vamos. Todos los delincuentes juran por sus madres que no lo hicieron.Hij zweert bij hoog en bij laag van niet.
Me juró una y otra vez que no lo hizo.Mijn contact zweert dat hij kredietwaardig is.
De vrouw zweert dat ze de man nooit in haar leven heeft ontmoet.
Zweert dat hij onschuldig is.
Juró que es inocente.De vrouw zweert dat ze de man nooit in haar leven heeft ontmoet.
La mujer juró que nunca había visto al hombre en persona.Nieuwe Catalaanse regeringsleider zweert geen trouw aan Spaanse koning.
Zweert u de kern te zullen zijn voor een goede Christen familie?
¿Juran solemnemente ser el núcleo de una buena familia cristiana?Vardaman zweert dat hij het alleen mij heeft verteld.
Vardaman juró que jamás le contó a nadie más que a mí.Ik wil dat hij het zweert.
Als u de macht grijpt, zweert elke krijger u trouw.
Si se hace con el poder, todo guerrero le jurará fidelidad.Als zijn vader sterft, zweert hij wraak te nemen.
Cuando su padre murió, juró vengarse.Ik wil gewoon dat je dit zweert.
¡Sólo quiero que lo jures!
