AFECTO - vertaling in Nederlands

genegenheid
afecto
cariño
amor
ternura
affectie
afecto
cariño
afectividad
liefde
amor
caridad
cariño
amar
aandoening
condición
enfermedad
trastorno
afección
dolencia
problema
desorden
aflicción
patología
padecimiento
tederheid
ternura
sensibilidad
dulzura
afecto
gevoelens
sensación
sentimiento
sentido
instinto
sensibilidad
tacto
siento
se siente
affecties
afecto
cariño
afectividad
gevoel
sensación
sentimiento
sentido
instinto
sensibilidad
tacto
siento
se siente

Voorbeelden van het gebruik van Afecto in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
DB:…como uno le demostraría gran afecto a una mascota.
D:… zoals je een grote genegenheid tegen een huisdier toont.
Todos tenemos mucho afecto por Ud. como espero que sepa.
Wij zijn allemaal erg dol op je, zoals je wel weet.
Necesidad de aceptación y afecto 2.
Behoefte aan affectie en geborgenheid 2.
¿Pero dónde está aquél viejo afecto por tu amigo?
Waar is de affectie voor je vriend?
He sentido cierto afecto por estas personas mientras me ocupaba de ellas.
Ik heb een zekere genegenheid opgevat voor deze mensen terwijl ik met ze bezig was.
Sí, mi afecto también.
Ja, ook mijn vriendschap.
Al corazón de mi hija se llega mediante afecto no mediante conveniencia.
De weg naar het hart van mijn dochter is door aandacht, niet voordeel.
Demuestras una cierta falta de afecto.
Het toont een gebrek aan medeleven.
La tecnología íntimo para mostrar afecto a una distancia.
Intieme technologie voor het tonen van affectie op een afstand.
Que nuestra despedida exprese nuestro afecto por él.
Moge het een teken zijn van onze liefde voor hem.
Una muestra de mi afecto.
Een blijk van mijn waardering.
Cambios en las mujeres durante el embarazo, el afecto y las glándulas sudoríparas.
Veranderingen in de vrouwen tijdens de zwangerschap, invloed en zweetklieren.
También tiene la bendición del Padre y su profundo afecto.
Hij heeft ook de zegen van de Vader en een diepe genegenheid.
Pero nadie habla de su afecto por Koba.
Toch spreekt niemand van zijn gehechtheid aan Koba.
Esto pasa porque mamá quiere afecto.
Allemaal omdat ma aandacht wil.
En este caso, quizás quiera acercarse más a ti o demostrarte afecto.
De ander wil mogelijk dicht bij je zijn, of je aanhankelijkheid tonen.
La familiaridad genera afecto.
Familiariteit zorgt voor affectie.
Amor y afecto.
Liefde en aandacht.
Paige, sabias que su afecto me salvo.
Paige, weet je, haar warmte redde me.
tuve una gran cantidad de afecto de mis padres.
een groot deel van de genegenheid van de ouders.
Uitslagen: 3064, Tijd: 0.103

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands