DIJERON ELLOS - vertaling in Nederlands

zeiden ze
dicen
afirman
señalan

Voorbeelden van het gebruik van Dijeron ellos in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Dijeron ellos:“Ambos vemos el ser totalmente,
Ze zeiden: ‘Wij beiden zien aldus het zelf geheel
Le dijeron ellos:“Nosotros no nacimos de fornicación;
Ze zeiden tegen hem: ‘We zijn niet uit immoraliteit geboren.
Y dijeron ellos: No tenemos más que cinco panes
En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en twee vissen;
Le dijeron ellos:“Nosotros no nacimos de fornicación;
Zij zeiden tot hem:„Wij zijn niet uit hoererij geboren;
No, dijeron ellos, sino que pasaremos la noche en la plaza.
Doch zij spraken: Neen, maar wij willen den nacht over op de straat blijven.
Como un becerrito, una vez, que salió de un establo, dijeron ellos, y que era bastante gordo y redondo.
Zoals een klein kalf op een keer dat, naar men zei, uit de stal kwam en gewoon vet en rond was.
sí, esa discrepancia allí mismo entre la Palabra,¿qué dijeron ellos?
was daar onmiddellijk die tweedracht precies onder het Woord, en wat zeiden zij?
Persia no quería conquistar y convertir los mismos)," dijeron ellos.
Persia niet wilde veroveren en hen te bekeren),' antwoordden ze.".
Entonces ellos fueron donde estaba Jesús y lo despertaron.“Maestro, maestro,¡vamos a ahogarnos!” dijeron ellos.
Toen traden zij tot hem en wekten hem op, zeggende: Meester, Meester, wij vergaan!
siquiera los banqueros, no entienden, se dijeron ellos mismos.
De banken zelf ook niet, dat zeggen ze zelf.
No,” dijeron ellos,“sino que pasaremos la noche en la plaza.”
En zij zeggen:"Nee, want wij overnachten op het plein."
Eso es lo que dicen ellos que pasó. No lo ví.
Dat zeggen ze, ik heb het niet gezien.
Que dicen ellos?
Sin estas cosas, dicen ellos, Él no es una persona normal.
Zonder deze dingen zeggen ze dat Hij geen normaal mens is.
¿Qué dijeron ellas?
¿Qué dijeron ellas?
Wat zeiden ze?
¿qué dicen ellos mismos sobre lo que hacen?
Wat zeggen ze zelf over wat ze doen?
Ellos Decían Ellos Mentían.
Ze Zeiden Ze Logen.
Yo he pecado esta semana,” dicen ellos.
Ik heb deze week gezondigd,” zeggen ze.
Debes dejarlo ir, dicen ellos.
Je moet je laten gaan, zeiden ze.
Uitslagen: 42, Tijd: 0.0369

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands