EXPLOTAR - vertaling in Nederlands

• ontploffen
• exploderen
• exploiteren
• uitbuiten
• benutten
• exploitatie
• opblazen
• gebruiken
• op te blazen
• barsten
• misbruiken
• exploit
• afgaan
• opgeblazen
• benutting
• explosie
• ontginnen
• mijnen
• uitbuiting
• worden misbruikt

Voorbeelden van het gebruik van Explotar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Tal vez hubiéramos tenido oportunidad, de no explotar las excavadoras.
Hadden we die bulldozers maar niet opgeblazen.

Podría explotar en cualquier momento. Ahora mismo.
Het kan nu ieder moment afgaan.

Aquellos que quieran explotar Litecoin también usarían un plan diferente para eso.
Degenen die Litecoin willen ontginnen, zouden daar ook een ander plan voor gebruiken.

Explotar la dimensión potencial del amplio mercado Más crecimiento económico y más empleo.
Benutting van de potentiële dimensie van de grote markt Meer groei en meer werkgelegenheid.

Parece que Tom hizo explotar el tanque para pensar.
Zo te zien heeft Tom de denktank opgeblazen.

El corazón de una estrella justo antes de explotar.
Schema van een ster vlak voor de explosie.

luego hazlo explotar.
laat het dan afgaan.

Explotar las ventajas competitivas derivadas de la inmaterialización de la economía.
Benutting van de concurrentievoordelen van het toenemende belang van de immateriële aspecten van de economie.

¿Creen que lo hice explotar?
Denken ze dat ik dat vliegtuig heb opgeblazen?

Spike, esta bomba puede explotar en cualquier momento!
Spike, deze bom kan elke moment afgaan!

Quieres cortar estos árboles y explotar todo el planeta.
Jij wil al die bomen omhakken en de hele planeet ontginnen.

Sí, explotar edificios.
Ja, Building Explosie.

Tampoco es un tipo de fallo de seguridad que pueda explotar cualquiera.
Het is ook niet het soort beveiligingslekken dat door iedereen kan worden misbruikt.

¿O te hagas explotar?
Of jezelf hebt opgeblazen?

Había otra historia sobre alguien que hizo explotar una bomba en Pennsylvania.
Er was nog een verhaal over iemand die een bom liet afgaan in Pennsylvania.

¿Quién va a explotar?
Wie gaat ontginnen?

pequeñas bombas a punto de explotar?
wachtend op de explosie?

No hice explotar el edificio.
Ik heb dat gebouw niet opgeblazen.

Un hombre con una bomba la hizo explotar en un tranvía.
De terrorist liet de bom in een tram afgaan.

se hizo explotar.
zou zich hebben opgeblazen.