PODRÁS - vertaling in Nederlands

• je kunt
• je zult
• je mag
• in staat
• kun je
• kan je
• je kan
• zul je
• je zal
• zal je

Voorbeelden van het gebruik van Podrás in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

¿Qué podrás hacer por él?
Hoe kunnen jullie hem steunen?

Podrás interactuar con los elefantes.
We kunnen interactie met de olifant.

Podrás ganar los 3 cencerros de la vaca en cada nivel?
Kun jij in elk level de 3 koebellen verdienen?

De esta manera, podrás decidir siempre
Op deze manier kun jij zelf elke keer besluiten

Ahora podrás beber todo lo que quieras,¿verdad, papá?
We kunnen drinken wat we willen, kunnen we niet, pap?

Papá.-¿Seguro que podrás pasar?
Weet je zeker dat we door kunnen lopen?

Creo que podrás tener la oportunidad de preguntarles tu mismo.
Ik denk dat je de kans gaat krijgen om ze dat zelf te vragen.

Así podrás viajar al hotel y yo podré volver a Los Ángeles.
Dan kun jij naar het resort en kan ik terug naar LA.

Compra mortero de lima: donde podrás encontrarlo por todas partes.
Koop kalkmortel: waar je het overal kunt vinden.

Podrás ser mi hermano, pero estás hablando con el rey.
Je bent misschien mijn broer maar je spreekt tot de koning.

Así podrás centrarte en lo que de verdad importa: tu negocio.
Zodat jij je kan richten op wat écht telt: jouw bedrijf.

Nunca podrás pasar por el Dentista.
Jij kan nooit doorgaan voor de Tandarts.

Ahora podrás alojar a alguien.
Nou kunnen jullie toch iemand opnemen.

En el juego podrás experimentar situaciones
In het spel zal je situaties ervaren,

¿Crees que podrás ganar un concurso de miradas contra un elefante?
Denk je dat je een staarwedstrijdje kunt winnen van een olifant?

Sin ella no podrás avanzar.
Zonder hem kunnen jullie niet vooruit.

¿Crees que podrás encontrarla?
Denk je dat je het kunt vinden?

¿Podrás parar la epidemia a tiempo?
Kunnen jullie op tijd de ziekte stoppen?

Podrás hacer esto en el Rietveld Cottage.
Het kan bij Rietveld Cottage.

Ya podrás ir hasta la luna y más allá.
We kunnen naar de maan en verder.