MAY in Dutch translation

• kunnen
• mei
• misschien
• mogen
• mogelijk
• wellicht
• may
• zullen
• wel
• kan
• mag
• zou
• kun
• kunt
• moge
• zal
• zult

Examples of using May in English and their translations into Dutch

After you. May I speak with you,?
Na u. Kan ik u spreken?

But I may be in London.
Misschien zit ik in Londen.

Agents May and Johnson will be going with you.
Agenten May en Johnson gaan met je mee.

Gaia may be reaching her limit.
Gaia zou aan haar limiet komen.

May I please date your daughter?
Mag ik alstublief uitgaan met Uw dochter?

May 2010. Off coast of California.
Mei 2010 Nabij de kust van Californië.

There may be something you can do.
Er is wel iets wat je kunt doen.

You may see Florence as a disease. King Ferrante.
Koning Ferrante, wellicht ziet u Florence als ziekte.

He may think that you're blind.
Hij denkt mogelijk dat u blind bent.

Where's May and Sarge?
Waar zijn May en Sarge?

He may be injured or even.
Misschien is hij gewond of zelfs.

You may think that thing looks human. Now.
Je zou denken… dat ding ziet er menselijk uit. Nu.

Mary Cooper, how may I bless you?
Mary Cooper, hoe kan ik u zegenen?

May I introduce my daughter, Mary.
Mag ik mijn dochter, Mary, voorstellen.

April 6 and May 20.
April en 20 mei.

We may have encouraged them, but.
We hebben ze wel aangemoedigd, maar.

Thursday, as you may remember, is my birthday.
Zoals u wellicht herinnert, is het mijn verjaardag. Donderdag.

My wife? I may have mentioned.
Mijn vrouw? Misschien noemde ik het.

May Ying and I were in love.
May Ying en ik waren verliefd.

Contents may be unsafe for children.
De inhoud is mogelijk onveilig voor kinderen.