KOMMT GLEICH - vertaling in Nederlands

• komt zo
• komt eraan
• is onderweg
• is zo
• komt wel
• komt straks
• komt dadelijk
• komt meteen
• komt nu
• komt zometeen
• komt ook
• komt terug
• komt zodadelijk

Voorbeelden van het gebruik van Kommt gleich in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Paul kommt gleich mit Marshmallows.
Paul is onderweg met marshmallows.

Er kommt gleich, Mr. Freund.
Hij komt zo bij u, Mr Vriend.

Es kommt gleich zurück.
Het komt wel terug.

Mama kommt gleich zurück.
Mama komt straks terug.

Er kommt gleich zurück.
Hij is zo terug.

Heißer Kaffee kommt gleich.
Hete koffie komt eraan.

Sie kommt gleich.
Ze komt dadelijk.

Sie kommt gleich rüber.
Ze komt nu naar je toe.

Was? Rennen? Er kommt gleich danach.
Wat? Hij komt meteen na de race.

EpiPen kommt gleich.
Epipen is onderweg.

Er kommt gleich.
Die komt wel.

Deine Mutter kommt gleich, sei nett zu deinem Bruder.
Je moeder komt zo, wees lief tegen je broer.

Mami kommt gleich wieder.
Mama is zo terug.

Kommt gleich mit dem Sofa.
Die komt straks met de bank.

Mein Bruder kommt gleich.
M'n broer komt eraan.

Sarah kommt gleich, also benehmt euch.
Sarah komt zometeen, dus gedraag jullie.

Der Arzt kommt gleich wieder und sieht nach ihm.
De dokter komt dadelijk terug om eens te kijken hoe het gaat.

Was? Er kommt gleich danach.
Wat? Hij komt meteen na de race.

Sophie kommt gleich mit Vorräten.
Sophie is onderweg met materiaal.

Er kommt gleich wieder.
Hij komt wel terug.