A PART - vertaling in Nederlands

[ə pɑːt]
[ə pɑːt]
een deel
part
some
portion
section
share
partly
onderdeel
part
component
section
element
item
aspect
strand
een gedeelte
part
section
area
portion
partial
een rol
role
part
roll
involvement
a scroll
een stuk
lot
piece
much
bit
part
little
a play
considerably
slice
gedeeltelijk
partially
partly
part
horen
hear
belong
should
listen
are supposed
hoort
hear
belong
should
listen
are supposed
een stukje
lot
piece
much
bit
part
little
a play
considerably
slice
n deel
part
some
portion
section
share
partly
een deeltje
part
some
portion
section
share
partly
'n rol
role
part
roll
involvement
a scroll
hoorde
hear
belong
should
listen
are supposed

Voorbeelden van het gebruik van A part in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
All a part of my plan.
Hoort bij m'n plan.
He's a part of you that must die.
Hij is een stuk van jou dat dood moet.
Does he play a part in your life?
Speelt hij een rol in je leven?
But perhaps a part of me could.- Yes.
Maar misschien een deel van mij kan.- Ja.
I was a part of the movement.
Ik was onderdeel van de beweging.
That's a part of you that stays yours.
Dat is een stukje dat van jezelf blijft.
It blocks a part of an enzyme called Citrate Lyase.
Het blokkeert een gedeelte van het enzym citraat lyase.
They tore a part of their clothing.
Ze scheurden een stuk van hun kleding af.
It refers to a part of Ranger training.
Dat hoort bij de training van de Rangers.
There's a part for you.
Er is een rol voor jou.
You were a part of that Family? With Matthias?
Jij was een deel van die Familie? Met Matthias?
We're a part of his plan.
Wij zijn onderdeel van zijn plan.
Until then only a part of the collection is on view.
Tot die tijd is de collectie slechts gedeeltelijk te zien.
You're a part of me now.
Je bent nu 'n deel van mij.
Here a part of the card I made.
Hier een stukje van een kaart die ik gemaakt heb.
It is a part of our store range.
Het is een gedeelte van ons winkelassortiment.
But they're a part of the legend.
Maar ze zijn een stuk van de legende.
She's not a part of this family.
Klopt, ze hoort niet bij deze familie.
There's a part in our movie a young girl.
Er is een rol in onze film, een jong meisje.
The dog is a part of my child.
Die hond is een deel van m'n kind.
Uitslagen: 16654, Tijd: 0.0396

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands