AFFECT - vertaling in Nederlands

[ə'fekt]
[ə'fekt]
beïnvloeden
affect
influence
impact
interfere
sway
impair
invloed
influence
impact
affect
effect
bearing
leverage
clout
sway
invloed hebben
affect
influence
have an impact
have an influence
have an effect
have a bearing
have leverage
aantasten
affect
damage
impair
undermine
attack
corrode
compromise
tarnish
erode
degrade
treffen
take
affect
meet
hit
find
strike
make
meeting
encounter
afflict
raken
hit
get
touch
become
affect
hurt
strike
shoot
lose
run
effect
impact
affect
effect hebben
have an effect
affect
have an impact
have a result
have an influence
take effect
aangaan
concern
engage
affect
go
take
establish
make
start
contract
entering into
beã ̄nvloeden
gevolgen hebben

Voorbeelden van het gebruik van Affect in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Medicine category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Chronic diarrhea can affect both dogs and cats.
Chronische diarree kan invloed hebben op zowel honden en katten.
They even affect the food that we eat.
Ze raken zelfs aan het voedsel dat we eten.
It has to affect how you see me.
Het moet invloed hebben hoe je me ziet.
This can even affect people in good jobs.
Dit kan zelfs mensen met een goede baan treffen.
Atripla may affect your kidneys.
Atripla kan uw nieren aantasten.
Your future could affect everything.
Jouw toekomst kan alles beïnvloeden.
They can also affect the hardware devices.
Ze kunnen ook gevolgen hebben voor de hardware-apparaten.
A change may also affect the contract.
Een change kan ook effect hebben op het contract.
And the affect on our country maybe just beginning.
En het effect op ons land misschien maar een begin.
This syndrome can affect both dogs and cats.
Dit syndroom kan invloed hebben op zowel honden en katten.
Come on. You said it won't affect business.
Jij zei dat het geen invloed op de zaken zou hebben. Kom op.
Wars or natural disasters also affect children.
Oorlogen of natuurlijke rampen treffen ook kinderen.
Greece's fate will affect the entire EU.
Het lot van Griekenland zal de hele EU raken.
Cresemba can sometimes affect your liver function.
Cresemba kan soms uw leverfunctie aantasten.
That could affect strategy.
Dat kan de strategie beïnvloeden.
Religion can now affect the Loyalty of a city.
Religie kan nu effect hebben op de loyaliteit van een stad.
Because that would seriously affect our relationship.
Want dat zou ernstige gevolgen hebben voor onze relatie.
Does it have that affect on you?
Heeft het effect op jou?
Polypghagia can affect both dogs and cats.
Polypghagia kan invloed hebben op zowel honden en katten.
How does that affect the program?
Welke invloed heeft dit op het programma?
Uitslagen: 13076, Tijd: 0.0933

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands