FOUS - vertaling in Nederlands

• gek
• doen
• krankzinnig
• dwazen
• maak
• kan niet schelen
• laat
• dol
• gestoord
• verdomme
• idioten
• stapelgek
• zotten
• waanzinnige
• crazy
• in godsnaam
• geschift
• dwaas
• gekkenhuis
• domoren

Voorbeelden van het gebruik van Fous in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Fous-nous la paix!
Laat ons met rust!

Je ne fous rien en l'air.
Ik maak niets kapot.

Je me fous de comment tu l'appelles!
Het kan me niet schelen hoe je het noemt!

Connolly, qu'est-ce que tu fous?
Connolly, wat ben je aan het doen?

Description: Préparez-vous pour les tâches difficiles avec trois voleurs fous.
Beschrijving: Maak je klaar voor de moeilijke taken met drie gek dieven.

Vous êtes complêtement fous.
Je bent helemaal gestoord.

Ils deviennent tous fous.
Ze zijn allemaal dol.

Vous êtes fous.
Jullie zijn krankzinnig.

Fous la paix à Debbie, Frank!
Laat Debbie met rust, Frank!

Fous le camp. Oublie mon numéro. Je compte oublier le tien.
Maak dat je wegkomt en vergeet m'n telefoonnummer.

Je me fous de ce qu'on dit à propos de Jewelz.
Het kan me niet schelen wat iedereen over Jewelz zegt.

AWESOM-O? AWESOM-O, mais qu'est-ce que tu fous?
AWESOM-O, wat ben jij nou toch aan het doen?

tous les speakers locaux sont fous vieux, bien que.
alle lokale nieuwslezers zijn gek oud, hoewel.

Ces montagnards sont fous.
Deze bergmensen zijn gestoord.

Elles auraient une sorte de pouvoir mystique qui rendrait les hommes fous.
Ze schijnen een geheimzinnige macht te hebben waarmee ze mannen dol maken.

sont devenus fous.
Ze zijn zelfs krankzinnig geworden.

Fous la paix à mon frère!
Laat m'n broer met rust!

Je me fous de combien ça me coûtera.
Het kan me niet schelen hoeveel het kost.

Oh, qu'est-ce que je fous là?
Waar ben ik verdomme aan begonnen?

Je te fous la trouille.
Ik maak je bang.