Voorbeelden van het gebruik van Il doit savoir in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Boles, il doit savoir.
Boles, hij moet het geweten hebben.Il doit savoir pour Faber, de l'unité qui est compromise.
Hij moet het weten over Faber, en dat de taskforce gecompromitteerd is.Il doit savoir.
Hij moet het horen.Il doit savoir ce que je ressens.
Hij moet weten hoe ik me voel.Il doit savoir pour l'écluse.
Hij moet het weten van de dijken.Il doit savoir.
Hij moet het weten.Il doit savoir le comportement de Uday!
Hij moet weten hoe Uday zich gedraagt!Il doit savoir, au cas où quelque chose nous arrive!
Hij moet het weten, als er iets met ons gebeurd!Il doit savoir si vous avez l'une des conditions suivantes.
Uw arts moet weten of u lijdt aan.Mais il doit savoir qu'il peut perdre la gentillesse de son père.
Hij moet namelijk beseffen dat Il doit savoir si vous avez l'une des conditions suivantes.
Zij moeten weten of je een van deze toestanden heeft.Lui, il doit savoir, et il doit distribuer la connaissance.
Hij moet het kennen, en Il doit savoir si vous souffrez d'un de ces troubles.
Il doit savoir si vous avez l'une des conditions suivantes.
Uw arts moet weten of u een van de volgende aandoeningen heeft.Il doit savoir toujours que nous l'aimons.
Zij moeten altijd'weten dat wij hen liefhebben.Il doit savoir si vous êtes atteint d'une de ces maladies.
Uw arts moet weten of u een van de volgende aandoeningen heeft.Il doit savoir si vous êtes atteint d'une de ces maladies.
Ze moeten weten als u een van deze voorwaarden.Il doit savoir si vous êtes atteint d'une de ces maladies.
Ze moeten weten of u één van de volgende aandoeningen heeft.Il doit savoir qu'on se trouve partout.
Zou hij teruggaan? Hij weet dat wij daar zijn.Il doit savoir, Donald, aujourd'hui. Tu es folle?
Hij moet het weten, Donald?
