Voorbeelden van het gebruik van Hij moet in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dizzy Paul Paul is duizelig en hij moet het verzamelen van….
Hij moet lief zijn en ook enigszins geheimzinnig.
En hij moet nog inkomsten- belasting betalen.
Hij moet met iemand hebben samengewerkt. Zoekend naar Ellen's bewijsdoos.
Hij moet ons betalen.
Hij moet nog warmlopen.
Hij moet zich excuseren.
Hij moet zich terugtrekken.
Hij moet toch echt gek zijn.
Hij moet eerst worden schoongemaakt.
En hij moet in goede fysieke conditie zijn geweest om Lincoln Bell te vermoorden.
Nog niet. Hij moet zo in Stockholm landen.
Hij moet hertrouwen met Bette Savooi die een kind van hem verwacht.
Hij moet 90 dagen wachten,
Hij moet de mannen leiden.
Hij moet betalen.
De verandering gebeurt zoals hij moet gebeuren en hij kan niet worden tegengehouden.
Hij moet gestraft worden.
Hij moet bellen.
Hij moet daar iedereen helpen.