Voorbeelden van het gebruik van Hij moet in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij moet er weg voor ze zich realiseren dat z'n familie weg is.
Maar hij moet geen operatie ondergaan.
Hij moet iets achtergelaten hebben.
Hij moet er alleen uitzien als 'n psychiater.
Hij moet dan zien dat The Paradise uitpuilt van de klanten.
Hij moet open zijn.
Hij moet dood voor hij nog meer weduwen maakt.
Hij moet zijn krachten gebruiken om de deuren te openen.
Hij moet iemand hebben omgekocht.
Hij moet worden geopereerd voordat de verlamming permanent is.
Nee, hij moet vandaag gemaakt worden.
Hij moet contact maken om 9 uur.
Hij moet naar een ziekenhuis.
Denk je dat hij moet aftreden?
Hij moet ze geborgen hebben wetende
Hij moet weten wat ik denk.
Hij moet gekruisigd worden Dat is al wat je moet doen.
Hij moet weten dat we het niet goedkeuren dat hij drugs gebruikt.
Hij moet zijn gaan lopen naar Skellwick