Voorbeelden van het gebruik van Aanschouwen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wilde haar ziekte zelf aanschouwen.
Aanschouwen, Zijn loon is met hem,
Rome moet Caesars zoon aanschouwen.
Aanschouwen, hij benadert, zegt de HERE der heerscharen.
Verschrikkelijke dingen die geen mens zou moeten aanschouwen.
Aanschouwen, Ik heb opgedaan nog twee.
Rome moet Caesars zoon aanschouwen.
Aanschouwen, Ik sturen u als lammeren onder de wolven.
Laat mij de schoenen aanschouwen.
Ik had zo graag een keer een Vorlon willen aanschouwen.
We zullen vannacht de Apocalyps niet aanschouwen.
Want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen.
Maar morgen, kun je me aanschouwen als ik die ouwe even een lesje ga leren.
Vriendelijke ogen kunnen alles aanschouwen en het mooi vinden.
Al vaak heb ik mogen aanschouwen hoe bijzonder alles en iedereen is.
Bij het aanschouwen van dit wonder… trokken meester An
En de man aanschouwen die mijn moeder heeft onteerd?
Jouw gezicht aanschouwen is aanbidden.
We aanschouwen een gay-duel.
De piramides zien… en iets majestueus aanschouwen.