Voorbeelden van het gebruik van Daar wonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Daar wonen mijn pachters.
Ik hou van die mensen. Die daar wonen.
Daar wonen m'n ex en mijn kinderen.
Daar wonen de commandant en z'n vrouw.
Daar wonen zo'n 1 50.
Daar wonen immers vooral onze pappenheimers.
Daar wonen ze allemaal.
Ze wil misschien niet, maar daar wonen we nu.
Daar wonen m'n ex en mijn kinderen.
Daar wonen de commandant en z'n vrouw. Wat is dat?
Daar wonen de meest bijzondere pappenheimers.
En daar wonen wij.
Daar wonen de zeven zusters. Ram. Stier.
Naar Hawaï verhuizen en daar wonen.
Daar wonen m'n moeder en vader ook en m'n twee broers.
Daar wonen Jon Arbuckle en zijn kat.
Daar wonen alleen maar pinguïns. O nee.
Daar wonen die kerels. Nee, nee.
We gaan daar wonen.
Noé heeft Mbandaka- en de mensen die daar wonen- letterlijk op de kaart gezet.