Voorbeelden van het gebruik van Dat nu doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Moet hij dat nu doen?
Ik ga dat nu doen.
Kunt u dat nu doen?
Waarom zouden ze dat nu doen?
Moet je dat nu doen?
Hoe kan hij dat nu doen?
Waarom zou hij dat nu doen?
Wie kan dat nu doen?
Ik hoor dat ze dat nu doen.
moet dat nu doen.
moeten we dat nu doen.
dan kun je dat nu doen.
We moeten ze uit de nevel trekken en dat nu doen.
moet dat nu doen.
Misschien moeten we dat nu doen.
Wie wil vluchten moet dat nu doen.
Wie wil vluchten moet dat nu doen.
Moeten we dat nu doen. De aliens komen
moet ik dat nu doen.
Maar hoe gaan wij dat nu doen als wij inderdaad gebrek aan inspecteurs hebben,