Voorbeelden van het gebruik van Jetzt in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jetzt hör mal zu, Kurty! Komm jetzt! .
Bezahlen Sie jetzt für die Pizza?
Ja? Ich muss jetzt schlafen. Ja.
Der jetzt vorgeschlagene Text besteht aus zwei Teilen.
Steven, jetzt sind Sie dran.
Nu jij, Steven. Die zit.Ich sage jetzt nicht, dass ich es bereue.
Ik ga je niet zeggen dat ik het betreur.Sind wir jetzt gegen oder für Waffen?
Maar zijn we nou anti-gun of pro-gun?Was passiert jetzt mit mir? Ich… ich.
Wat gaat er met me gebeuren? Ik.Okay. -Gut. Lucifer und ich befragen jetzt Blanco.
Oké. Lucifer en ik gaan Blanco ondervragen.- Goed.Wir werden jetzt diese Aussprache für die Abstimmung unterbrechen.
Het debat wordt thans onderbroken voor de stemming.Leben diese Leute jetzt im Park?
Wonen die mensen nou in het park?Sagst du mir jetzt wo er ist?
Ga je mij vertellen waar hij is?Jetzt lutsch mir den Schwanz.
Zuig nu aan m'n pik.Und du wohnst jetzt in Asien.
En je gaat in Azië wonen.Wir kühlen Sie jetzt ab, ok?
We gaan je afkoelen, goed?Der Präsident.- Jetzt geht es darum, das Protokoll zu genehmigen.
De Voorzitter.- Het gaat thans om de goedkeuring van de notulen.Tut mir leid… Jetzt gehst du einfach?
Loop je nou zomaar weg? Het spijt me?Ich spiel jetzt mit den Kindern!
Ik ga met de kinderen spelen!Eins jetzt für dich. Deins.
Eén voor nu, voor jou.Peugeot sponsert mich jetzt für fünf Jahre.
Peugeot gaat me vijf jaar sponsoren.
