Voorbeelden van het gebruik van De schuld in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Geef jezelf niet de schuld voor de daden van deze duivelse mensen.
De schuld van Sarah Jane. Experiment?
Het is niet de schuld van Diana.
Ik gaf hun scheiding de schuld… maar m'n moeder gelooft dat niet.
Niemand geeft u de schuld.
Bij 18% rente verdubbelt de schuld in slechts vier jaar.
Hij gaf mij de schuld van z'n scheiding.
Ik neem de schuld niet op me.
Dit is de schuld van Bob en ik wil dat hij lijdt. Oké.
Het was niet de schuld van John.
Je kunt die dokter de schuld niet geven.
En dan krijgen wij de schuld.
Geef Nick niet de schuld.
Je wilt de schuld niet bij je vader leggen.
Daarmee is de schuld van DebJo Fashions afgelost.
Ik had je niet de schuld moeten geven van het afdelingsbeleid.
Dat was niet de schuld van Vaughn.
Ik wou dat ik het verkeer de schuld kon geven.
Je geeft mij niet de schuld.
Maar dat is niet de schuld Carol.