Voorbeelden van het gebruik van Deugd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Even 'n pauze nemen zal ons deugd doen.
Doet me deugd.
Heb geloof in onze deugd.
Het toppunt van Engelse deugd en vrouwelijkheid.
Aristoteles en de deugd.' Het spijt me!
Het doet mij dan ook deugd dat hij zijn fout heeft hersteld.
Het zou je deugd doen.
Het doet hem inderdaad deugd.
Maagdelijkheid is geen deugd.
Het doet ons deugd dat we met het huidige voorstel deze anomalie kunnen verhelpen.
Dat dat de wortel van alle deugd is.
Dat doet deugd.
Heerlijk.-Dat doet me deugd.
Deugd is alleen deugd in extremis.
Daarom doet het ons deugd dat deze ontwerpresolutie door verscheidene fracties wordt gedragen.
Vol valse deugd.
Even 'n pauze nemen zal ons deugd doen.
Echt waar. Dat doet me deugd.
En stiptheid is een deugd.
Wanneer ik bij haar ben herinnerd mij dat aan de deugd van de Engelsen.