Voorbeelden van het gebruik van Gij in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Raimundo, kunt gij lezen en schrijven?
En gij zult het land Kanaän bewonen.
Waarom lijdt gij niet liever schade?
Want gij zult niet meer genoemd worden koningin der koninkrijken.
En neemt gij voor u tarwe, en gerst, en bonen.
Zijt gij niet Romeo, en een Montague?
Gij en uw vrouw zijn natuurlijk uitgenodigd.
Waarom lijdt gij niet liever ongelijk?
Want gij zult niet meer genaamd worden de tedere, noch de wellustige.
Gij mist de slaap die alle wezens laaft.
Gij ziet er goed uit.
Maar gij maakt er een rovershol van!
Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan.
Door een slok Elix-Leer kunt gij kennis tot u nemen… in een razend tempo.
Gij ook, oom Brutus?
Artie-o, Artie-o, waarom zijt gij toch, Artie-o?- Oké?
Hebt gij nooit in de Schrift gelezen.
Gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd,
Als gij dorst hebt,
Gij zult geen afgoden aanbidden in mijn huishouden.- Genoeg.