Voorbeelden van het gebruik van Heeft dorst in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dit beest heeft dorst.
Wacht, wacht! Jantje heeft dorst, Jantje heeft dorst.
Haar hart schittert en ze heeft dorst.
Kijk, hij heeft dorst.
Onze gast heeft misschien dorst.
Het heeft dorst, wat het ook is.
De horzel heeft altijd dorst. Die is van Noah.
U heeft vast dorst.
Die heeft dorst.
Het land heeft dorst.
Hij is onze vriend en heeft dorst.
Hij had dorst.
Ik had dorst en mijn glas was leeg.
Ik had dorst.
Ik heb dorst.
Ik heb ineens dorst.
Ik heb dorst.
Ik heb dorst.
Ze heeft durf, in tegenstelling tot ons.
Ik heb dorst, Pandora.