HEEFT GEKOOKT - vertaling in Duits

• hat gekocht
• zubereitet hat

Voorbeelden van het gebruik van Heeft gekookt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Judy heeft gekookt.
Judy hat Essen hergerichtet.

Wanda heeft gekookt. Allebei.
Wanda Bell kocht.- Beides.

Joni heeft gekookt, het gaat niet.
Joni kocht was, ich muss gehen.

Je moeder heeft gekookt.
Deine Mutter kocht seit einer Stunde.

Ik denk dat het iets te lang heeft gekookt.
Ich hatte ihn wohl zu lange im Ofen.

Roger heeft gekookt.
Roger hat es zubereitet.

Jij doet de afwas. Stefan heeft gekookt.
Stefan kocht, du spülst. Du spülst!

een man ooit voor je heeft gekookt.
das je ein Mann für dich kochte.

Echt lekker. Wie heeft gekookt?
Wer hat das gekocht? Echt lecker?

Ik weet niet of hij het persoonlijk heeft gekookt, maar ik zei dat het voor iemand belangrijk was.
Keine Ahnung, ob er es persönlich gekocht hat, aber… ich sagte ihm, es sei für jemand sehr Wichtiges.

m'n dochter professioneel heeft gepland. En iemand heeft gekookt.
meine Tochter professionell geplant, und irgendjemand gekocht hat.

Maar ik zei dat het voor iemand belangrijk was. Ik weet niet of hij het persoonlijk heeft gekookt.
Ich weiß nicht, ob er Ihr Essen persönlich gekocht hat… aber ich sagte ihm, es sei für jemanden, der sehr wichtig ist.

Als iemand heeft gekookt zeg je dat 't lekker is,
Kriegt man was Selbstgekochtes, sagt man immer:"Oh,

De dag nadat de chef-kok de zogenaamde "quallia"(of iets dergelijk) heeft gekookt is dat een bepaalde vogel….
Am Tag nach dem Koch kochte das so genannte"quallia"(oder so etwas wie dieses), die ein bestimmter Vogel ist….

Ryans kennis van Italiaans eten is in feite beperkt… tot wat z'n moeder altijd voor hem heeft gekookt.
Ryans Wissen über italienisches Essen ist im Grunde darauf beschränkt, was seine Mutter für ihn zubereitet.

Op dit punt(gerecht heeft gekookt 55 minuten in totaal)
An dieser Stelle(Gericht hat gekocht 55 Minuten insgesamt)

Z'n moeder had gekookt.
Seine Mom hat gekocht.

Davis had gekookt.
Davis kochte.

Ik heb ze gekookt.
Ich kochte sie.

Nee, we hebben gekookt, gegeten en gepraat.
Nein, so war das nicht. Wir haben gekocht. Gegessen.