HIJ GAF - vertaling in Duits

• er gab
• er hat
• er schenkte
• er ließ
• er brachte
• er machte
• er nannte
• er verschaffte
• er lieferte
• er bot
• er übergab
• er zeigte
• bekam
• er mochte
• er reichte
• er sorgte sich
• er opferte
• er stellte
• er wies
• er versorgte
• er gewährte
• er verlieh

Voorbeelden van het gebruik van Hij gaf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij gaf het de naam"Larimar.
Er nannte ihn„Enteramin“.

Hij gaf me een politiewagen met pedalen
Er hat mir ein Polizei-Tretauto gekauft,

Hij gaf hem aan mij toen ik nog een kind was.
Er schenkte ihn mir, als ich ein Kind war.

Hij gaf Ferrari het Wereldkampioenschap……
Er brachte Ferrari die WM,

Hij gaf dr. Bailey z'n plasje.
Er gab sein Pipi Dr. Bailey.

Hij gaf ze een keuze.
Er ließ ihnen die Wahl.

Hij gaf me geheime bestanden
Er lieferte mir vertrauliche Daten.

Hij gaf het recht op de pijpleiding aan Anneca.
Er verschaffte Anneca die Rechte, um die Pipeline zu bauen.

Hij gaf den gevangenen een wenk om hem te volgen.
Er machte den Gefangenen ein Zeichen, ihm zu folgen.

Hij gaf veel details.
Er nannte viele Details.

Hij gaf haar een verhaal over cash in het handje.
Er hat ihr irgendwas über"Cash auf die Hand" erzählt.

Want hij gaf me die dag iets waardevols.
Er schenkte mir an dem Tag etwas sehr Wertvolles.

Hij gaf je koffie. Op kantoor?
Im Büro.- Er brachte Ihnen Kaffee?

En hij gaf me dit.
Und er gab mir das.

Hij gaf hen een keuze.
Er ließ ihnen die Wahl.

Hij gaf je een lift en dat was het teken.
Er bot dir eine Spritztour an, das war das Signal.

Hij gaf ze alle informatie, zodat ze een nieuw lichaam voor hem konden maken.
Er lieferte ihnen genug Details, damit sie ihm einen brandneuen Körper bauen konnten.

Hij gaf me een adres in Chapei.
Er nannte mir eine Adresse in Chapei.

Hij gaf me de schuld van z'n scheiding.
Er machte mich für seine Scheidung verantwortlich.

Hij gaf mij zelfs een knuffel.
Er hat mich sogar umarmt.