Voorbeelden van het gebruik van Koppig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je bent koppig en onderzoekend.
Koppig zoals zijn grootvader.
Je bent echt zo koppig als altijd wordt beweerd.
Slim, koppig, heel gevaarlijk.
ik was te koppig.
Ik vond hem alleen wat koppig.
Je bent koppig, James. Net
Hij is koppig, slechtgehumeurd en onopgevoed.
Mijn broer is koppig, vergeet dat niet.
Koppig, lief….
Je bent koppig, Chev Chelios. Orlando?
Je bent koppig voor zo'n jonge knul.
Koppig, net als de patiënt.
ik was te koppig.
Hij is koppig.
Maar ik ben koppig en ik weet wat ik wil.
Als ik niet zo koppig was geweest, zaten we nu niet in de knoei.
Wou je dat ze irritant en koppig werd en een snor kreeg?
Ik kan net zo koppig en net zo onverzettelijk zijn als u.
Maar Miles is koppig, en Dylan ook.