Voorbeelden van het gebruik van Koppig in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als je koppig wilt blijven doen, ga je gang.
Dat u koppig bent, twistziek, en weigert om orders uit te voeren?
Koppig, jaloers… Ik wacht op je.
Koppig, maar flexibel.
U bent te koppig om te sterven.
Jij bent koppig.
Je bent te koppig om het te beseffen.
Hij is zo koppig als zijn vader.
Hij is koppig maar niet stom.
Dat u koppig bent, twistziek, en weigert om orders uit te voeren?
Hij is te koppig om het toe te geven.
Jij koppig beest.
Hij is koppig en trots.
Wild, koppig, grappig, rebels, eigenwijs.
Ik zei toch dat ik koppig was.
Goed, als je koppig wilt zijn is dat je beste eigenschap.
Koppig maar gevoelig.
Doder is koppig en brutaal.
Uiteraard. Zo koppig was hij wel.
Omdat iemand koppig was en niet kon wachten.