Voorbeelden van het gebruik van Makkelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het is niet makkelijk deze krengen te laten verdwijnen.
We kunnen makkelijk twee reizen maken.
Ik begrijp dat het makkelijk is om een nek te breken.
Ik vind het ook niet makkelijk, maar we hebben verplichtingen.
Nee, zo makkelijk kom je er niet vanaf.
We zijn te makkelijk.
Hij kan dus makkelijk aan het geld komen.
We redden het makkelijk naar Halls Creek.
Ik kan er makkelijk achter komen hoe jullie je toetsen hebben gemaakt.
Dat is niet makkelijk in het begin, dat weet ik.
Ze was makkelijk.
Maak het je makkelijk.
Maar die loserlook maakt het niet makkelijk.
Het is makkelijk. Niet het enige dat makkelijk is.
Een makkelijk te controleren wapen.
Wees makkelijk en vrij als je drinkt met mij.
Het is makkelijk om van ze te stelen.
Ze passen makkelijk in een broekzak.
Dat is niet makkelijk.
De meeste bezoekers vinden reispassen rendabel en makkelijk.