Voorbeelden van het gebruik van Nutteloos in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Onze wapens zijn nutteloos.
Feiten zijn nooit nutteloos.
Met zoveel verwondingen zijn ze nutteloos.
De beelden zijn nutteloos.
Verjaardagen zijn nutteloos.
Ik ben niet helemaal nutteloos.
Dat is nutteloos: arbeiders
Nutteloos om haar te laten lijden.
Tegenstand is nutteloos.
Ik voel me nutteloos.
Daar ben ik nutteloos.
Jij bent nutteloos.
Dingen die nutteloos zijn.
Het was niet nutteloos.
Zijn bloed is nutteloos vanwege mij.
De Omega is nutteloos zonder zijn tegenhanger.
Deze resolutie is dus volstrekt nutteloos en helemaal niet op haar plaats.
Ze zouden eindelijk begrijpen dat weerstand nutteloos is.
Ik kan het niet, ik ben nutteloos.
Je bent nutteloos.