Voorbeelden van het gebruik van Raakt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij raakt z'n man kwijt.
Wie raakt ze aan?
Niemand raakt ongedeerd door dit leven.
Waar raakt ze me aan?
Raakt ze van mijn stem in de war?
Het eerste schot raakt hem in het been.
Hij raakt in hypoxic shock.
En niemand raakt mijn CB aan.
Hij raakt in paniek, en verlaat de hoofdstad.
Hij raakt zijn tijdsbesef kwijt.
Niemand raakt Seg aan, tenzij ik het zeg.
Zelfs een mier raakt er niet door.
Jacey raakt z'n gezicht aan.
Elke dag raakt iemand vermist.
Drone raakt huis in seattle.
Hij raakt de ezel op z'n poot.
Dit probleem raakt de Slowaakse Republiek in het bijzonder.
Je geld raakt op, mama.
Misschien raakt ze baby kwijt.
Nee. Niemand raakt je aan, behalve jijzelf.