Voorbeelden van het gebruik van Sluw in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sluw en slim.
Klaus is sterk en sluw, en verraad maakt hem bijzonder vuil.
Waarom"Vos"? Omdat vossen sluw zijn.
Jij bent sluw.
Mijn vader was ook sluw.
Maar Ventlos is sluw en briljant.
Sluw… Beeldschoon….
Ik ben minder sluw dan u denkt.- Wat?
Ze is sluw en misleidend.
Ze zijn sluw.
Jij bent sluw.
Wat ben jij sluw.
Ik wou dat ik zo sluw was.
En sommigen zijn bijzonder sluw.
De vrouw in de zaak is blijkbaar heel sluw.
Hij is sluw en slim, een gegevens bijter. Een onderschatte eigenschap.
Is hij niet heerlijk sluw?
Het is sluw.
Ze is sterk. En sluw.
Ik kan zelf ook vrij sluw zijn.