Voorbeelden van het gebruik van Totaal in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dit is totaal onverkend terrein.
Dat past totaal niet bij hem. Bobby.
Dit is totaal niet veilig.
Ik was totaal verloren tot zij zich over me ontfermde.
God, dit is echt angstaanjagend, maar totaal onrealistisch.
Hoeveel?- Twaalf totaal.
Totaal voor de jaren 1…n.
Van het totaal in kolom 2.
De muziek is totaal nieuw nu.
En jij begrijpt haar totaal niet, maar ik wel.
Totaal gebarricadeerd en onneembaar.
Totaal geen steun.
En ik was totaal verbaasd.
haar moeder is totaal gestoord.
Laten we zeggen dat ik 2 kaarten heb dat maakt een totaal van 3.
Totaal vóór waardecorrecties Waardecorrecties.
Totaal 1986 en 1987.
Totaal 150000 GBP.
Nu is het totaal anders dan'Goonies'.
Ik ben totaal niet zoals jij.