Voorbeelden van het gebruik van Uitslag in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Allergieën: uitslag, zwelling van gezicht, armen, benen.
Waarvan hij de uitslag al weet.
De uitslag is binnen.
Het was de uitslag die het volk wilde.
Met de uitslag kan de dag na de laatste dag van de contractuele opslagperiode worden begonnen.
Charlie heeft uitslag.
De uitslag toont geen schade.
De uitslag was in twee opzichten een verrassing.
Ik kreeg de uitslag twee weken geleden.
En m'n uitslag is weg.
De uitslag is negatief.
Hier komt de uitslag van de eerste wedstrijd. Gefeliciteerd.
Ik kijk dan ook uit naar de uitslag van de stemming van morgen.
Opslag en uitslag.
Het jeukt, ik heb vast uitslag.
De officiële uitslag wordt pas over tien dagen verwacht.
Je uitslag was negatief.
Waarom is de uitslag er nog niet?
De uitslag was negatief, dus we gaan u.
De uitslag van het microscooponderzoek van de munten is er.