Voorbeelden van het gebruik van Uitslag in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij krijgt uitslag.
Ethel krijgt van die uitslag.
Oma paste op, hij werd wakker met uitslag.
Ik krijg uitslag.
Je hebt het toch niet weer over je uitslag.
Geen haaruitval, geen uitslag.
Dat is, gewoon uitslag.
Ik probeer niet aan je uitslag te denken.
Ik krijg uitslag.
ik krijg er uitslag van.
Van confectiekleding krijg ik uitslag.
We hebben de uitslag en alles ziet er goed uit.
De uitslag van de wapenresidutest van Evan Dayne is binnen.
Ik weet dat ze uitslag krijgt wanneer het te heet is.
De uitslag is negatief.
Indien deze uitslag positief is, is de diagnose.
Ik heb zo'n uitslag op m'n kont dat ik niet kan zitten.
Accepteer de uitslag en sluit de vergadering.
Uitslag zie je vaker bij enalapril.
Beter voor dermatitis, uitslag, acne en gevoelige huid.