Voorbeelden van het gebruik van Wou het in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Maar ze wou het niet doen.
Je wou het toch rustig aan doen?
Angela wou het niet zeggen.
Angela wou het niet zeggen!
Je wou het zelf.
Ik wou het wel doen,
Ik wou het niet zeggen, maar hij is stervende.
Jij wou het toch ook weten?
Ja, nou, ik wou het niet overdrijven.
Hij wou het niet, Jake.
Jij wou het toch ook weten?
Ik had een erge kater van de wijn en ik wou het goedmaken.
Hij wou het niet.
Jij wou het niet zeggen.
Mijn vader wou het nooit verkopen.
Je wou het zelf zien.
Ik wou het zeggen, maar u luisterde niet.
Je wou het weten.
Ik wou het met ze bespreken.
Je wou het doen?