Voorbeelden van het gebruik van Zal het leren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zal het je leren.
Ik zal het je leren. Kijk hier.
De tijd zal het leren.
Hoe zal het leren eruit gaan zien?
Ik zal het leren. Dat zal ik doen.
De tijd zal het je leren.
Ik zal het jullie leren.
Ik zal het leren.
Maar ma. Ik zal het je leren, zoals mijn moeder het mij leerde. .
Ik zal het je leren.- Nee.
Je zal het snel leren.- Nee.
Ik zal het jullie leren.
Ik zal het leren.
Wanneer zal ik het leren?
De tijd zal het leren.
Je zal het wel leren.
Hij zal het nooit leren.- Wie anders?
Je zal het nooit leren.
Ik zal het nooit leren.
Ik zal het je leren.