Voorbeelden van het gebruik van Zeg altijd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zeg altijd tegen hem dat wij het ook moeten doen.
Ik zeg altijd:'Als je alles geeft,
Ik zeg altijd'tijd isgeld'.
Ik zeg altijd nee, maar jij mag het aanraken als je wilt.
Ik zeg altijd dat Monica weer dronken is.
Ik zeg altijd: Hij moest zich schamen.- Inderdaad.
Ik zeg altijd wat ik denk.
Mooi of niet, ik zeg altijd maar.
Ik zeg altijd.
Ik zeg altijd.
Ik zeg altijd.
Ik zeg altijd, als de ene deur sluit,
Ik zeg altijd wat ik denk.
Maar ik zeg altijd: Sir Alec is de enige met verstand aan de Tory-kant.
Ik zeg altijd: Er is geen beer zo mooi.
Ik zeg altijd: je kunt geen omelet maken zonder een paar eieren te breken.
Nou, ik zeg altijd tegen mijn klanten.
Ik zeg altijd.
Maar, Pat, ik zeg altijd: Je moet ook het rare accepteren.
Ik zeg altijd, alles is het lot.