Voorbeelden van het gebruik van Altijd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zei altijd hoe gek ze was.
En vragen zich voor altijd af wie het dichtstbij is.
Kevin moet altijd weten waar ik ben.
Ik zal altijd trouw zijn aan mijn moeder.
Altijd in het bos.
Memo. Ze kan altijd terugkomen.
Milla zei dat ze altijd onder de piano sliep.
Duncan zei altijd dat ze wapenbroeders waren.
Ik praat altijd met ze.
Ik zit altijd in de auto!
We gingen vroeger altijd naar de film.
Altijd aan de kant van de waarheid.
Het is altijd alleen, net als een beer.
Je kan me altijd bellen.
Zitten. Altijd hetzelfde met Sami en Marcos.
Ik was altijd met m'n vrouw.
Ik vroeg me altijd af hoe Tijd eruit zou zien.
Ik kan niet altijd iemand anders zijn.
We zijn altijd bij uw broer.
Ik wil niet altijd in m'n auto wonen.