Voorbeelden van het gebruik van Zij mag in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
- 
                        Colloquial
                    
- 
                        Official
                    
- 
                        Medicine
                    
- 
                        Ecclesiastic
                    
- 
                        Financial
                    
- 
                        Ecclesiastic
                    
- 
                        Computer
                    
- 
                        Official/political
                    
- 
                        Programming
                    
Zij mag geen snor of baard hebben.
Zij mag weg.
Zij mag wel naar binnen?
Zij mag dood zijn.
Hij mag  er niet mee wegkomen, maar zij mag er niet voor boeten.
Zij mag hier niet zijn.
Nee, zij mag mij bellen.
Zij mag Marla niet, maar Donald is een fijne vent.
Zij mag het eiland niet verlaten.
Zij mag hem hebben.
En zij mag mij niet.
Zij mag geen risico lopen voor mij.
Zij mag binnenkomen.
Ik ga met Mags praten, zij mag mij wel.
Zij mag doen wat ze wil.
Zij mag de beelden houden.
Ik ga met Mags praten, zij mag mij wel.
Zij mag zijn handje vasthouden.
Zij mag zaken en plezier mengen, maar ik niet.
De patiënten die zij mag.