ZIJ MAG - vertaling in Duits

sie darf
u mag
je kunt
je moet
laat ze
het is toegestaan
u dient
sie kann
u kunt
je mag
sie soll
ze moeten
zij zullen
dat ze
ze mogen
ze kunnen
laat ze
ik wil dat je
je hoeft
ze zijn bedoeld
je wordt verondersteld
sie mag
je graag
je houdt
je wilt
je mag
je vindt
je geeft
u bevalt
ze zijn gek
leuk
ze zijn dol
lass sie
sta
blijf
laat
mag
geef
staat u
kan
ga
hou
zet
sie können
u kunt
je mag
sie sollte
ze moeten
zij zullen
dat ze
ze mogen
ze kunnen
laat ze
ik wil dat je
je hoeft
ze zijn bedoeld
je wordt verondersteld
sollte sie
ze moeten
zij zullen
dat ze
ze mogen
ze kunnen
laat ze
ik wil dat je
je hoeft
ze zijn bedoeld
je wordt verondersteld

Voorbeelden van het gebruik van Zij mag in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Zij mag geen snor of baard hebben.
Sie soll keinen Schnurrbart haben.
Zij mag weg.
Sie kann gehen.
Zij mag wel naar binnen?
Aber sie darf da rein?
Zij mag dood zijn.
Sie mag tot sein.
Hij mag er niet mee wegkomen, maar zij mag er niet voor boeten.
Er darf nicht damit davonkommen, aber sie soll nicht dafür büßen.
Zij mag hier niet zijn.
Sie darf hier nicht sein.
Nee, zij mag mij bellen.
Nein. Sie kann mich anrufen.
Zij mag Marla niet, maar Donald is een fijne vent.
Sie mag Marla nicht, also waren's nur Donald und ich.
Zij mag het eiland niet verlaten.
Sie darf die Insel nicht verlassen.
Zij mag hem hebben.
Sie kann ihn haben.
En zij mag mij niet.
Und sie mag mich nicht.
Zij mag geen risico lopen voor mij.
Sie darf sich für mich nicht gefährden.
Zij mag binnenkomen.
Sie kann hereinkommen.
Ik ga met Mags praten, zij mag mij wel.
Ich werde mit Mags reden. Sie mag mich.
Zij mag doen wat ze wil.
Sie kann tun was sie will.
Zij mag de beelden houden.
Sie darf ihre Videos behalten.
Ik ga met Mags praten, zij mag mij wel.
Sie mag mich. Ich rede mit Mags.
Zij mag zijn handje vasthouden.
Sie kann Händchen halten.
Zij mag zaken en plezier mengen, maar ik niet.
Sie darf Geschäft und Vergnügen vermischen, ich nicht.
De patiënten die zij mag.
Die Patienten, die sie mag.
Uitslagen: 305, Tijd: 0.0851

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits