Voorbeelden van het gebruik van Hij moest in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij moest een onderzeeër infiltreren.
Hij moest iets hebben opgevangen op 't bureau.
Hij moest Di Calabria beschermen.
Hij moest haar uitdagen.
Wat hij moest doen met Snyder.
Hij moest sterk blijven voor Zoë.
Hij moest weg voordat hij kon beginnen.
Hij moest haar met rust laten.
Hij moest maanden blijven liggen.
Hij moest zich overgeven nadat een aanpalend gebouw in brand werd gestoken.
Hij moest de kleding wegdoen.
Hij moest het mij zeggen.
Nee. Hij moest rennen voor zijn leven.
Hij moest haar zien.
Hij moest.
Hij moest minderen.
Hij moest Eddie met rust laten.
Hij moest vast even alleen zijn.
Hij moest echter wegens ziekte al na 10 maanden aftreden.
Hij moest iets van me doen.