Voorbeelden van het gebruik van Hij moest in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij moest dichtbij zijn, kijken.
Hij moest zijn eigen kracht opbouwen gebaseerd op Kennis in hemzelf.
Helaas wakkert hij slecht gedrag aan bij de Italianen, dus hij moest gaan.
Dat hij iemand neukte die hij moest beschermen.
Hij moest per se vandaag vrij.
Hij moest z'n geheimen toch ergens opbergen.
Hij moest ze allemaal vermoorden. Alleen dan zou het ophouden.
De dokter zei dat hij moest eten.
Hij moest openblijven.
Ja, hij moest er met spoed naartoe.
Maar hij moest hem aan boord verstoppen.
Hij moest weten dat hij werd geëxecuteerd.
Hij moest zijn beste vriend vermoorden,
Hij moest het echt laten lijken.
Hij moest in de schaduw leven.
Anders zou hij me te leren hoe hij moest doen.".
Hij moest praten toch?
Hij moest aanwezig zijn bij een gedrags-programma.