Voorbeelden van het gebruik van Misselijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Henry. Misselijk van de chemo.
Je was thuis misselijk, toch?
Misselijk, dokter Grey?
Ik voel me nog wat misselijk.
Kus me, meisje, voor ik misselijk word.
Nee. Ik voel me misselijk.
IK word misselijk terwijl Heiligheid op jullie televisieprogramma's bespot wordt.
Misselijk van de chemo. Henry.
Misselijk, hoofdpijn, oorsuizingen? President?- Obama.
Sinds wanneer ben jij misselijk geworden?
Deze hoogte maakt me misselijk.
Ik word er misselijk van.
Je zou zwak en misselijk zijn.
Charlotte is een beetje misselijk.
het is niet misselijk.
Hij werd misselijk tijdens moeders missie om de meldbox te stelen.
Misselijk van de chemo. Henry.
Misselijk, hoofdpijn, oorsuizingen?
Wat je ook gehoord in die vergadering maakte je misselijk.
De hoogte maakt me misselijk.