Voorbeelden van het gebruik van Misselijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik ben misselijk.
Het maakte me misselijk, maar 't hoorde erbij.
De hypocrisie maakt me misselijk.
Watermeloen helpt ook afweren dat misselijk gevoel bij ochtendmisselijkheid.
Er is gemeld dat sommige mensen zich misselijk voelen wanneer ze vitamines nemen.
Jullie maken me misselijk.
Oké, ik ben opnieuw misselijk.
Je was niet misselijk de dag van de test, of wel?
Enorme stemmingswisselingen, vreselijk depressief, misselijk, nergens meer van kunnen genieten.
Je maakt iedereen misselijk.
Ik voel me zo misselijk.
Ernstige hoofdpijn, misselijk.
Alleen een beetje misselijk.
Jullie maken me misselijk.
Je kijkt even misselijk als ik tijdens mijn eerste bezoek hier.
We waren de hele nacht misselijk.
Uw Koningin is misselijk.
Heel erg misselijk.
Het maakt me misselijk.
Zweten, koorts, misselijk.