Voorbeelden van het gebruik van Blik in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik bedoel niet uit een doos of uit een blik.
Ik herken die blik.
Haar trekken, haar blik.
Ik ken die blik.
Die norse blik, de overdracht van haar problemen met haar moeder.
Blik Tomatensoep met kip.
Geen tonijn in blik voor zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven.
Ik schrap de vis in blik.
Ketchup zat in een blik.
N Blik ham, worst. Fruit in blik, pruimen, frambozen.
Ik at uit het blik.
Pak een winkelwagentje en verzamel blik en andere bruikbare onderdelen.
Het is heel anders dan uit blik.
Ze is nog erger met een blik tonijn.
Vervolgens overgebracht blik op de meest afgelegen voorwerp achter het glas.
Zorg er dan voor dat hij een blik werpt op haar polsen.
domineert een blik op de andere.
Tonijn in blik onjuist aangegeven.
Vers, diepvries, gekoeld, in blik in eigen sap of water.
Deze vertoont een"echte wereld" blik in het leven van de vlinders.