Voorbeelden van het gebruik van De heer in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waar is de heer des huizes?
DENEMARKEN de heer Ole LØNSMANN-POULSEN.
De heer Van de Velde, Rudi, Brussel.
Dat zal de heer zijn die je komt halen.
De heer Jean Albert Deltenre, advocaat;
De heer Emmanuel Gueulette, advocaat;
Zie schriftelijke bijdrage van de heer M. Elliott PE 139.280.
Toespraak van de heer MAYSTADT.
De heer Van de gaer Guy,
Voorzitter: de heer gil-robles gil-delgado voorzitter.
De heer Van De Sijpe,
Ik dank de Heer dat Zoey terug is,
De heer die de gravin wilde spreken, was het een Amerikaan.
De heer Hendrik Van De velde, Eerste Ambassadesecretaris te Kopenhagen.
De heer Gutierrez staat niet alleen met zijn ervaring.
De heer van gisteravond?
Pas als de heer Holmes het gebied naar aanwijzingen heeft geinspecteerd.
De heer Van de Merckt, F., voornoemd.
Hallo, daar, de heer en mevrouw…?
Dit is de heer Caldwell, de partijvoorzitter.