Voorbeelden van het gebruik van Heer in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Computer
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Heer? Zijn wij zeker van Uhtred's positie?
Nu als ik was een heer, ik zou niet willen weten.
Maar mijn oom dan, heer Benjamin. Kan hij ons niet helpen?
Omdat ik geen heer ben met een koetsier?
Gelukkig is heer Lang naar het dorp.
De heer Van De Weyer, André, te Braine-l'Alleid.
Een heer in mijn boudoir en ik in deze conditie.
Een heer die u wil spreken.
Heer heeft een divers verenigingsleven.
Heer bestaat voornamelijk uit laagbouwwoningen.
Fervacques, heer Leopold Willem, toegelaten op 13 juni 1674 bij Roodebeke.
Heer en Keer is een voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Limburg.
Een heer verplaatsen naar een leeg tafelvak.
We moeten nu aanvallen, heer, wanneer de kans zich voordoet.
U kunt alleen verplaatsen heer kaarten te tableau palen leeg.
Want de Heer houdt het in zijn hand.
Alleen heer kaarten kunnen verplaatsen naar tableau palen leeg.
Ik ben de Heer, uw God.
De heer kaarten worden verplaatst naar de bodem van de stapel.
Nee, heer. Onze mannen zijn dapper.