Voorbeelden van het gebruik van Dik in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Jezus, het stof is zo dik.
Te veel zoetigheden maken dik.
Het haar wordt sterk, dik, glanzend.
Deze jongen kan dik 500 Cochranes warpveld-spanning aan.
Bloed zonder zuurstof is puur en dik.
Ze gaat je dik maken.
God, deze baan maakt me dik.
Zijn ze te dik?
Als het deeg te dik is, voeg een beetje water en roer.
Je hebt je schulden dik terugbetaald.
Ze is dik.
De atmosfeer is te dik.
pap haar vertelde dat het haar dik maakte.
Vind je me te dik?
Dat pantser is te dik. Geloof me.
Ik ben dik tevreden.
Zorg dat je niet dik wordt.
Het is dik.
Dat dik zijn mooi is of zoiets?
Ze is misschien erg lelijk. Of dik. Of zelfs gehandicapt!