Voorbeelden van het gebruik van Haten in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Jullie haten de Russische maffia toch?
We haten alleen hen die dichtbij ons hebben gestaan.
We haten dit allemaal, maar totdat we het met elkaar eens zijn.
Waarom haten jullie de baby?
PS, we haten je nog steeds.
Waarom haten jullie me?
Jullie haten me vast, maar ik sta aan haar kant.
We haten je spleetoog. We laten je nooit gaan.
Haten jullie me allemaal?
En voor zover weten kunnen we wel kinderen haten.
Jullie haten ons een beetje, nietwaar?
Ik weet dat ze me beneden haten.
We houden van slapen met de ramen open maar we haten muggen.
Een koning die jullie haten.
Haten jullie elkaar?
We hem haten.
Laten we zeggen dat het een vrouwelijke huisvestingsinspecteur is die mannen haten.
Dus ga ik jullie nu dwingen te doen wat jullie haten: praten.
Ze is bloedmooi en we haten je allebei.
Beginnend met alles wat we haten aan elkaar?