Voorbeelden van het gebruik van Onschuldig in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De meeste overtredingen zijn vaak onschuldig.
Ze lijkt onschuldig.
Hij wilde dat ik zou aantonen dat hij onschuldig is.
Silica: niet zo onschuldig in water-stoom circuits.
Inwendige aambeien zijn vrij onschuldig.
De cliënt zegt dat hij onschuldig is.
Op het eerste gezicht lijkt de situatie misschien onschuldig.
Wolf zal niet meer kunnen ontkennen dat hij onschuldig is.
Dat kind is onschuldig.
Je kunt geen onschuldig meisje laten sterven.
Dat maakt je niet onschuldig.
Niemand is onschuldig op het slagveld.
Als je die logica hanteert, ben je zelf ook niet zo onschuldig.
Pleit onschuldig en leg uit dat jullie elkaar wilden helpen.
Het maakt jou ook niet onschuldig, Cayla.
Wil ik onschuldig en verlegen overkomen of juist losbandig en agressief?
Zo onschuldig ben ik niet.
Doe niet zo onschuldig, Swifty Morgan.
Als je onschuldig bent, heb je niks te vrezen.
Onschuldig bloed.